Factcheck: koelkast is niet de ideale plek om aardappelen te bewaren
‘Je bewaart aardappelen het best in de koelkast’, zo lazen we in The Mirror. Experts vinden de kelder een betere locatie. We beoordelen de stelling als eerder onwaar.
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.
In de Britse krant The Mirror lazen we een artikel over de beste manier om aardappelen te bewaren. ‘Tot voor kort werd gedacht dat aardappelen in de koelkast bewaren het risico verhoogt op de vorming van de chemische stof acrylamide, omdat er dan meer suikers zouden ontstaan.’ Acrylamide ontstaat bij verhitting tot meer dan 120 °C en is geassocieerd met een verhoogd risico op kanker. Maar volgens een expert van een groot aardappelbedrijf, die wordt geciteerd in The Mirror, bewaar je aardappelen toch het best in de koelkast, om ze ‘drie keer langer te bewaren dan op kamertemperatuur’. Er wordt verwezen naar het Britse voedselagentschap, dat stelt dat ‘een recente studie aantoont dat het thuis bewaren van aardappelen in de koelkast de kans op acrylamidevorming niet wezenlijk vergroot in vergelijking met bewaring op een frisse, donkere plaats.’ Online vinden we inderdaad een Britse studie waarbij aardappelen 15 dagen werden bewaard in twee omstandigheden: bij 5 °C en bij 18 °C.
Volgens professor levensmiddelenchemie Bruno De Meulenaer (UGent) zijn er verschillende aandachtspunten bij het bewaren van aardappelen. ‘Een aardappel begint na een periode van rust van nature te kiemen. Als consument wil je dat vermijden: de aardappel krimpt en bovendien bevatten de kiemen, net als de bijbehorende groene plekken, hoge concentraties van het giftige solanine. Die ontkieming kun je uitstellen door aardappelen te bewaren op een koele, droge en donkere plek. Daarnaast is er het fenomeen van “ouderdomsverzoeting”: hoe langer na de oogst, hoe meer zetmeel wordt omgezet in suikers. Als je de aardappelen bakt of frituurt, gaan die suikers reageren met het aminozuur asparagine, dat ook in de aardappel zit. Dat zorgt voor een bruine kleur en typische smaak, maar er ontstaat ook acrylamide, een kankerverwekkende stof.’
Maar de koelkast is ook niet ideaal, legt De Meulenaer uit. ‘Onder de 6 °C krijg je “koude verzoeting”. Om zich te beschermen tegen vorstschade, zet de aardappel zetmeel om in suikers, waardoor je bij verhitting dus ook meer acrylamide zult zien. Dat gebeurt evenwel niet meteen, maar pas na één à twee weken. De resultaten van de Britse studie zijn dus niet zo verbazingwekkend, gezien de aardappelen maar 15 dagen werden bewaard. Je kunt aardappelen dus gerust wel enkele dagen in de koelkast bewaren, maar liefst niet langer dan twee weken, want dan zal het suikergehalte sowieso stijgen. En of ze “drie keer langer” vers blijven, hangt natuurlijk af van je vergelijkingspunt. Op kamertemperatuur zullen ze inderdaad sneller ontkiemen. De beste plek om aardappelen te bewaren, blijft de kelder: die is donker en fris genoeg, zodat de kieming wordt uitgesteld, maar ook niet té koud, om verzoeting te vermijden.’
Professor toxicologie Jan Tytgat (KU Leuven) beaamt dat. ‘Het is zeker een goed idee om aardappelen op een koele plek te bewaren. De klassieke kelder blijft daarvoor de perfecte locatie.’
Is het waar?
Je mag aardappelen enkele dagen in de koelkast bewaren, maar niet langer dan een tweetal weken. De kelder blijft volgens experts de ideale locatie. We beoordelen de stelling als eerder onwaar.
Bron: Knack
Factcheck: koelkast is niet de ideale plek om aardappelen te bewaren - Knack