Pomuni heeft wind in de zeilen na moeilijke opstart geautomatiseerde aardappelfabriek
Met een investering van tientallen miljoenen euro’s stampte verwerker Pomuni in Ranst in 2019 een nieuwe aardappelfabriek uit de grond. De doorgedreven automatisering van het productieproces bezorgde het bedrijf vorig jaar de titel Factory of the Future. Zaakvoerder Ben Muyshondt vertelt dat de opstart verre van gemakkelijk was. Door corona en de grondstoffencrisis, waarbij de prijzen voor grondstoffen en energie door het dak gingen, ging het bedrijf door een moeilijke periode. Inmiddels heeft het de wind in de zeilen. Voor zijn voornaamste grondstof, de aardappel, heeft het zo’n 1.000 hectare beschikbaar.
De geschiedenis van het familiebedrijf Pomuni gaat terug tot 1928 toen Jos Muyshondt startte met de verkoop van groenten en fruit op de groothandelsmarkt in Antwerpen. In de loop der jaren specialiseerde het bedrijf zich in de versmarkt van aardappelen en in de jaren 1990 werd uit differentiatie-overwegingen een producent van diepgevroren aardappelpureeproducten overgenomen.
Daarna surfte het bedrijf mee op het succes van de diepvriesindustrie in België en was een ingrijpende modernisering en uitbreiding van de fabriek in Ranst nodig om de groei bij te houden. “Ons verwerkte volume is op tien jaar tijd toegenomen van 15.000 ton naar 50.000 ton. Daarmee zijn we in vergelijking met de grote frietbedrijven een kleine speler in België, maar we doen dan ook geen friet”, vertelt Ben Muyshondt die als vierde generatie, samen met zus Nele en broer Hans, aan het roer staat van het familiebedrijf waar 200 mensen werken.
Met de modernisering van de fabriek waren tientallen miljoenen euro’s gemoeid. Met de nieuwe site is niet alleen het productieproces sterk geautomatiseerd, ook de kwaliteit van aardappelen uit de versafdeling, de tafelaardappel, is sterk toegenomen. “De maximale valhoogte van de aardappelen bedraagt doorheen het volledige proces maximaal 20 cm. Hierdoor treden er aanzienlijk minder blauwe plekken op en is er minder uitval”, geeft Muyshondt een voorbeeld tijdens een rondgang door de fabriek.
Uitgesorteerde eetaardappelen gaan naar de diepvriesafdeling
Uitval betekent in geval van Pomuni niet dat de aardappelen verloren zijn. Aardappelen die niet geschikt zijn voor de versmarkt, gaan namelijk naar de diepvriesdivisie. Het bedrijf bestaat uit een versdivisie, het traditionele specialisme, en een diepvriesafdeling. Beiden hebben vandaag een aandeel van 50 procent in de omzet.
Bij de diepvriesafdeling gaat het om gepureerde producten, de standaardproducten zoals aardappelkroketten, kant-en-klare puree en voorgebakken aardappelbolletjes. De laatste jaren zijn ook rösti en aanverwante shredded potato products aan het assortiment toegevoegd. “Doordat de reststromen van de versafdeling uit diverse rassen bestaan, zijn we erin geslaagd een ideale pureemix te creëren, die geschikt is voor diverse pureeproducten”, verklaart Muyshondt het specialisme.De 40-jarige ondernemer geeft aan dat de opstart van de fabriek in een uiterst moeilijk gesternte plaatshad. “Nadat de fabriek is opgeleverd kregen we te maken met corona. Dat had een grote impact op de afzet, restaurants en foodservice ketens waren immers in heel Europa gesloten, en ook de coronabeperkingen op de werkvloer brachten uitdagingen met zich mee.”
Na corona brak de oorlog tussen Oekraïne en Rusland uit en stegen de energieprijzen naar ongekende hoogtes. Ook de prijzen voor grondstoffen, zoals onze zonnebloemolie, gingen door het dak, vertelt de Antwerpenaar. “Zonnebloemolie is een belangrijk ingrediënt bij de productie van onze voorgebakken gepureerde diepvriesproducten. Oekraïne was de zonnebloemschuur van Europa en na de oorlog stortte deze export in. De prijzen verveelvoudigden. Waar we eerst 800 euro per ton betaalden, lag dat op een gegeven moment op 2.400 euro per ton.”
Wind in de zeilen na moeilijke opstart
Muyshondt spreekt van een “moeilijke tijd” waarbij het bedrijf moest interen op zijn eigen kapitaal. Inmiddels is het tij gekeerd. “We hebben momenteel de wind in de zeilen. De fabriek draait goed, de kosten zijn weer ietwat genormaliseerd en de afzet is momenteel goed. Zodoende zijn we in staat om onze financiële targets te halen en dit zorgt niet alleen voor rust bij alle stakeholders, maar creëert ook groeiperspectieven voor de toekomst.”
Bij de bouw van de fabriek is een verdere groei van het bedrijf ingecalculeerd. “Wij zouden op termijn willen doorgroeien, wij voelen dat er nog potentieel is en rekenen zelf op een groei van 30 procent”, vertelt Muyshondt. Hij ziet vooral nog mogelijkheden in de diepvriesdivisie waarbij ruim 80 procent van de productie op export gaat. De versafdeling, die eetaardappelen levert aan de Belgische retail, stuit op de limieten van de markt, vertelt hij.
Niet alleen zit er weinig rek in de binnenlandse consumptie, ook de export van gewassen en verpakte tafelaardappelen is uitgesloten. “De markt van tafelaardappelen is omwille van supply-chain-technische redenen meestal een nationale aangelegenheid. Dat zie je overal in Europa. De aardappelconsumptie is daarnaast cultuurgebonden. Elk land heeft zijn eigen tradities en rassen waardoor wij met onze Belgische aardappelen weinig kans van slagen hebben in het buitenland. Daar komt nog bij dat vanuit de retail de vraag naar lokaal geteelde aardappelen toeneemt.”
Korte lijnen met aardappeltelers
Pomuni haalt zijn aardappelen bij een selectie van een 20-tal telers en kan putten uit een areaal van 1.000 hectare. De telers, met wie het bedrijf vaak jarenlange relaties heeft, bevinden zich in Zuid-Limburg, Namen en Luik. Alhoewel ook daar de vele regen de rooiomstandigheden dit seizoen in de war schopte, heeft de verwerker uit Rans hiervan minimale hinder ondervonden. “Wij kijken niet naar de kilo, maar wel naar de maat, hierdoor konden we op tijd beginnen te rooien en viel het dus best mee voor ons”, zegt Muyshondt.
Hij benadrukt het belang van een sterke band met de aardappeltelers, die een teeltrotatie van 1 op 6 hanteren. Zij doen dit op verzoek van Pomuni dat ook op andere gebieden de lat hoog legt. Met een doorgedreven teeltprogramma waakt het bedrijf ook mee over de juiste bemestings- en irrigatietechnieken. “Op deze manier slagen we erin de teelt te optimaliseren in functie van een kwalitatief eindproduct, de bodemkwaliteit te respecteren en de impact op het milieu te beperken”, aldus de ondernemer.
De hoge eisen aan de telers compenseert het bedrijf naar eigen zeggen met correcte prijzen. Deze prijzen zitten sterk in de lift. In het jaar 2022-2023 gingen de aardappelprijzen met 30 procent omhoog. “Voor dit jaar is er opnieuw een stijging voorzien”, vertelt Muyshondt die indirect impact ondervindt van het recente succes van de diepvriesindustrie in België. “De industriële aardappel is steeds meer een concurrent van de tafelaardappel.”
Tot nu toe slaagt Pomuni erin de industrieaardappelen af te slaan. Om dat zo te houden is volgens Muyshondt ook de retail nodig. “Er moet uiteraard een correcte prijs betaald blijven worden voor de tafelaardappel, maar ook op administratief vlak moet gekeken worden naar de eisen die worden opgelegd. Dialoog is uitermate belangrijk”, aldus de ondernemer die waarschuwt dat de stap van tafelaardappeltelers naar de minder veeleisende industrieaardappel snel gezet kan worden.
Bron: VILT - VILT vzw